Op de WK in Berlijn hebben de Nederlandse hangboogschutters brons gewonnen in de landenwedstrijd op het onderdeel compound.
Mike Schloesser, Sil Pater en Lelystedeling Jay Tjin-A-Djie klopten in de troostfinale Zuid-Korea met 235-231. Het is pas de tweede keer dat Nederland op dit onderdeel een WK-medaille wint.
Bij het handboogschieten zijn er twee disciplines: recurve en compound. Het verschil is de boog waarmee wordt geschoten.
De recurveboog is de traditionele boog waarmee ook op de Olympische Spelen wordt geschoten. Vaak zit er een vizier op de boog om zo nauwkeurig mogelijk te schieten.
De compoundboog is een hightech boog met katrollen, zodat de pees bij geringere booglengte toch ver kan worden uitgetrokken. De compoundboog is daardoor krachtiger en nauwkeuriger. Bij de compoundboog heb je de pees vast met een losmechanisme, de release, en niet met je vingers. Deze discipline is niet olympisch.
Recurve-schutters schieten op doelen op 70 meter afstand en compound-schutters op 50 meter. De deelnemers schieten op een blazoen met gekleurde ringen van geel, rood, blauw, zwart en wit. Deze vertegenwoordigen score zones van 10 in de binnenste ring tot 1 in de buitenste ring.